Ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing
In het jeugdrecht kennen we verschillende jeugdbeschermingsmaatrelen, zoals ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing. Dit is ingrijpend voor uw gezin. De advocaten van Henkelman • Van Nimwegen werken met u aan een situatie die goed is voor u én uw kinderen. Neem vrijblijvend contact op om de mogelijkheden door te spreken.
Klik hieronder om meteen meer te lezen over:
1. Ondertoezichtstelling
Zijn er zorgen over de omstandigheden waarin uw kinderen opgroeien of worden opgevoed? Dan wordt vrijwillige hulp aangeboden door het WIJ-team of het Centrum voor Jeugd en Gezin. Stel dat dit niet voldoende is of u deze hulp niet accepteert, dan kan dit leiden tot een kinderbeschermingsmaatregel. De Raad voor de Kinderbescherming zal dan onderzoek doen.
Wordt uw gezin door de rechter onder toezicht gesteld? Dan krijgt u een gezinsvoogd. Hij of zij helpt bij de jeugdzorg én bij het oplossen van problemen rondom de opvoeding. De periode voor ondertoezichtstelling (OTS) kan worden verlengd als de voogd vindt dat de problemen na de eerste opgelegde periode nog niet genoeg zijn opgelost. Bij ondertoezichtstelling verliest u niet het gezag.

Voorlopige ondertoezichtstelling
Wanneer er sprake is van ‘onmiddellijk gevaar’ voor het kind, dan moet het kind onder toezicht worden gesteld of zelfs uit huis worden geplaatst. De rechter kan dan beslissen tot een voorlopige ondertoezichtstelling en daarbij eventueel een machtiging voor uithuisplaatsing verlenen. Om snel te kunnen handelen, wordt een voorlopige OTS meestal uitgesproken zonder het horen van de ouders en de kinderen. U kunt niet in beroep gaan tegen een voorlopige OTS.
De maatregel duurt hoogstens drie maanden. De kinderrechter beslist daarna of de voorlopige OTS een definitieve OTS wordt. Komt u als ouder in een (mogelijke) situatie van ondertoezichtstelling? Dan voelt u zich ongetwijfeld enorm boos en machteloos. Schakelt u voor het verweer een gespecialiseerde advocaat in, dan maximaliseert u de kans op een uitkomst die gunstig is voor uw kinderen én voor u.
2. Uithuisplaatsing
Wordt de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van een kind dusdanig bedreigd dat een ondertoezichtstelling niet genoeg is? Dan kan de jeugdrechter bepalen dat uw kinderen uit huis worden geplaatst. Bij een uithuisplaatsing (UHP) moeten uw kinderen dag en nacht ergens anders gaan wonen, bijvoorbeeld in een tehuis of pleeggezin. Bij een netwerkplaatsing worden uw kinderen bij familie geplaatst, waardoor ze bij vertrouwde personen verblijven.
Uithuisplaatsing is een zeer ingrijpende maatregel voor kinderen en ouders. Daarom gelden er strenge eisen: het moet strikt noodzakelijk zijn en er mogen geen minder ingrijpende maatregelen beschikbaar zijn.

Wel of geen advocaat nemen bij uithuisplaatsing?
Bij dreiging van uithuisplaatsing nemen de meeste ouders een jeugdrechtadvocaat in de arm. Een advocaat kan veel voor u betekenen. Zoals uw vragen en zorgen goed uitlichten en bewerkstelligen dat alles wat juridisch en menselijk van belang is wordt meegenomen door de rechter. Een advocaat is overigens niet verplicht, alleen als u in hoger beroep gaat.
Henkelman • Van Nimwegen kan u adviseren en bijstaan. Is er een noodzaak tot het opleggen van een maatregel? Dan wordt er van alles met u besproken. Welke zorgen zijn er? Wat kunnen we doen om deze zorgen weg te nemen en ervoor te zorgen dat uw kinderen thuis blijven wonen? Onze jeugdrechtadvocaten hebben veel ervaring met deze procedures en reageren accuraat, inhoudelijk en snel. De emotionele kant van uw verhaal is voor hen net zo belangrijk als de juridische.
3. Benoeming van een bijzondere curator
Een bijzondere curator is een advocaat of orthopedagoog die een minderjarige kan vertegenwoordigen in een conflict met zijn of haar ouders of voogd.
Mr. Edwin Henkelman heeft hiertoe de Specialistenopleiding Bijzondere Curator aan de Universiteit van Leiden gevolgd en wordt regelmatig door de rechtbank tot bijzondere curator benoemd. Daarnaast is hij aangesloten bij de Stichting Bijzondere Curator Nederland.

Bijzondere curator: conflict met ouders of voogd
Een conflict kan gaan over de opvoeding, de verzorging of het vermogen van een kind en moet wezenlijk van aard zijn. Denk aan een omgangsregeling of meningsverschil over de studiekeuze – ruzies over zakgeld of spruitjes eten behandelt een bijzondere curator niet. Meestal wordt de bijzondere curator ingeschakeld bij conflicten rond echtscheidingen, alimentatie en voogdijzaken.
In principe kan iedereen als bijzondere curator optreden. In de praktijk zijn bijzondere curatoren vaak advocaten.
Taken en kosten bijzondere curator
De bijzondere curator vertegenwoordigt de belangen van de minderjarige. Hij of zij bemiddelt eerst tussen de ouders of voogd en het kind. Lukt dat niet, dan vertegenwoordigt de curator de minderjarige in een rechtszaak.
De kosten voor een bijzondere curator kunnen worden vergoed via de gesubsidieerde rechtsbijstand (‘een toevoeging’). Om hiervoor in aanmerking te komen, moet de aanvrager een bijzondere curator kiezen die is ingeschreven in het register van de Raad voor Rechtsbijstand, dan wel wordt de bijzondere curator benoemd door de rechtbank.
4. Eigen rechtsingang minderjarige
De laatste jaren worden minderjarigen meer en meer gehoord in en betrokken bij procedures. De eigen rechtsingang kan plaatsvinden door het benoemen van een bijzondere curator of doordat de minderjarige zelf een brief aan de rechtbank stuurt.
Minderjarigen kunnen niet altijd zelf naar de rechter stappen. Soms kunnen ze een verzoek indienen bij de rechtbank, bijvoorbeeld als ze na een echtscheiding sommige familieleden niet meer mogen zien.

Soorten verzoek: leeftijdsgebonden
Het is leeftijdsafhankelijk welke verzoeken minderjarigen mogen doen. Kinderen vanaf 12 jaar mogen bijvoorbeeld een formeel verzoek bij de rechter indienen, kinderen onder de 12 alleen een informeel verzoek. Minderjarigen van 16 of 17 jaar kunnen meer soorten formele verzoeken indienen dan kinderen vanaf 12 jaar.
De eigen rechtsingang moet niet verward worden met het kinderverhoor, zoals we hierna zullen uitleggen.
5. Het kinderverhoor
Kinderen van 12 tot 18 jaar met scheidende ouders mogen aan de kinderrechter hun mening geven over de zorgregeling. Ook bij bijvoorbeeld zaken rondom gezag, omgang en (alleen voor 16- en 17-jarigen) kinderalimentatie worden jongeren uitgenodigd om hun mening te geven. Hierover ontvangen zij een brief van de Rechtbank.
De term ‘kinderverhoor’ is ietwat ongelukkig. Het is maar een kort gesprek van zo’n 10 à 15 minuten. De rechter kan ook andere onderwerpen rondom de thuissituatie of de echtscheiding bespreken. De ouders zijn niet bij het gesprek aanwezig.

Zelf beslissen?
Vaak wordt gedacht dat kinderen vanaf 12 jaar zelf mogen beslissen bij wie ze gaan wonen. Dat klopt niet. De mening van de jongere is weliswaar van belang, maar als de ouders het niet eens zijn over de zorgregeling beslist de rechter. Goed om te beseffen: de verantwoordelijkheid voor omgang ligt bij de ouders, nooit bij uw kind. Uw kind heeft niet gevraagd om het uiteengaan van zijn ouders en moet vooral kind kunnen zijn.
Voor kinderen onder de 12 bestaat er geen wettelijk hoorrecht. De rechter kán zo’n kind wel horen, wat overigens bijna nooit gebeurt bij kinderen onder de 10. Zijn er aanwijzingen van problemen bij jonge kinderen? Dan wordt meestal aan de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om een rapport uit te brengen. Bij kinderen van 10 of 11 jaar vindt soms wel een kinderverhoor plaats. De rechter beslist of dat gebeurt. Zowel de ouders als het kind kunnen hierom vragen. Als de stem van het kind krachtiger moet worden gehoord, kan een bijzondere curator worden benoemd.
Vrijblijvende kennismaking
De advocaten en mediators van Henkelman • Van Nimwegen kunnen u bijstaan in alle kwesties rondom het jeugdrecht. Komt u uit de regio Groningen, Delfzijl en Winschoten en wilt u vrijblijvend kennismaken met mr. Edwin Henkelman of mr. Eveline van Nimwegen? Neem gerust contact met ons op om een kennismakingsgesprek in te plannen.